Terwijl de meeste Europese landen voorzichtig versoepelen, laat Denemarken binnenkort de teugels vieren. Volgende week wordt afscheid genomen van de beperkingen en een leven zoals het eruitzag voor corona verwelkomd, aldus premier Mette Frederiksen. Waarom durft de regering dat aan?
COVID-19 is geen gevaar meer voor de samenleving, meldde de Deense regering woensdagavond. Die uitspraak kan ongemakkelijk voelen als je enkel naar de besmettingscijfers kijkt. In de afgelopen 24 uur werd een recordaantal van 46.747 coronabesmettingen geregistreerd, op een inwonersaantal van zo’n 5,8 miljoen.
In deze fase van de pandemie ligt de focus echter meer op de ziekenhuiscijfers. Die zien er op het eerste gezicht ook niet rooskleurig uit: het totale aantal ziekenhuisopnames in het land is vrijdag gestegen tot 938, het grootste aantal ooit.
Gezondheidsautoriteiten schatten echter dat 30 tot 40 procent van de coronapatiënten in het ziekenhuis zijn opgenomen om een andere reden, en toevallig ook positief zijn getest.
Het daadwerkelijke aantal mensen dat coronazorg nodig heeft, ligt in Denemarken dus een stuk lager. In Nederland worden deze cijfers sinds deze week ook apart bijgehouden. De resultaten worden dinsdag gemeld bij de weekupdate van het RIVM.
Minder sterk verband tussen besmettingen en opnames
Ook onderzoek waaruit blijkt dat de zeer besmettelijke omikronvariant tot een milder ziektebeeld dan de deltavariant leidt, stemt Denemarken optimistisch. Daardoor zullen veel mensen besmet raken zonder ernstige ziekteverschijnselen, is de verwachting. Dat zorgt uiteindelijk voor grote immuniteit onder de bevolking.
Dat de omikronvariant milder is, wordt bevestigd door het aantal mensen dat op de intensive care (ic) ligt. Sinds de piek van 82 op 6 januari is het aantal opgenomen ic-patiënten geleidelijk afgenomen tot 40. Dat is nog geen 40 procent van het grootste aantal van vorige winter.
Volgens de Deense minister van Volksgezondheid Magnus Heunicke houden ziekenhuisopnames geen gelijke tred meer met de besmettingen. Ze stijgen wellicht, maar lang niet zo hard als de besmettingen.
“Op lange termijn zal het coronavirus onder ons blijven”, verwacht Tyra Grove Krause van het Deense RIVM. “Maar we kunnen de gevolgen beperken, onder meer door kwetsbare mensen te blijven vaccineren.”
En Nederland dan?
Dat Denemarken nu wel versoepelt en Nederland nog niet, komt volgens RIVM-baas Jaap van Dissel door “een combinatie van factoren”, zei hij woensdag tijdens de technische briefing in de Tweede Kamer.
Zo ligt Denemarken “drie weken voor” op Nederland. Omikron greep daar namelijk eerder om zich heen nadat de variant uit Zuid-Afrika werd geïmporteerd. Over drie weken heeft het kabinet een weegmoment. Dan wordt besloten of er ook in Nederland verder kan worden versoepeld.
“Ook is er meer geboosterd en je moet kijken naar de opvolging van leefregels”, aldus Van Dissel. “Wij hadden daarbij een zeer grote belasting van ziekenhuizen voor deze golf, dan wil je ook niet meteen een toename zien.”
Landen om ons heen hebben de afgelopen weken ook versoepeld, maar niet zo rigoureus als Denemarken. Het land is tijdens de pandemie wel vaker voorloper geweest op dit gebied: in augustus zei het land het coronavirus niet meer als bedreiging voor de samenleving te zien, waarna in september alle maatregelen werden geschrapt. Twee maanden later werd de coronapas toch weer ingevoerd, waarna nog meer restricties volgden.