Over de naam wordt nog steeds getwist, maar het zit er wel degelijk aan te komen: een Europees digitaal covid-certificaat, dat vrij reizen door de EU deze zomer mogelijk moet maken. Hoe dat in de praktijk gaat werken, blijft nog even onzeker.
Eén hoop kunnen we alvast de bodem inslaan. Vakantiegangers die van plan zijn om met hun caravan of camper kriskras door Europa te reizen, moeten niet denken dat ze hun pasje maar in de lucht hoeven te steken om in de hele EU bevrijd te zijn van coronamaatregelen en overal dezelfde (reis)rechten te hebben. Want die krijgen ze niet.
Het systeem met het digitale document – een QR-code op je smartphone of een print – dat na een proefperiode eind juni operationeel moet zijn, kan op drie manieren aantonen dat de houder ervan het coronavirus niet kan verspreiden: een vaccinatie, een recente negatieve test of bewijs van herstel van een eerdere besmetting. Het certificaat zal er weliswaar voor elke EU-burger hetzelfde uitzien, al is zelfs dat nog niet helemaal zeker, maar elk land afzonderlijk blijft de baas over de rechten die eraan zijn gekoppeld.
Elk land afzonderlijk blijft de baas over de rechten
Voorbeelden van twee extremen: het ene land, dat straks onverhoopt nog zwaar gebukt gaat onder de pandemie, kan binnenkomende toeristen in principe blijven verplichten in quarantaine te gaan of zich extra te laten testen, of ze dat certificaat nu hebben of niet. Een ander uiterste is een land dat certificaathouders juist extra vrijheden geeft, zoals toegang tot horeca en festivals. Dat moet dan wel via nationale wetgeving zijn geregeld, want wat de Europese Commissie betreft, is het certificaat alleen bedoeld om het vrije personenverkeer binnen de EU te vergemakkelijken.
Het blijft dus raadzaam om bij vertrek voor de zomervakantie na te gaan wat de plaatselijke beperkingen en certificaatvrijheden zijn in het land van bestemming.
Parlement wil echter een maximale duur van een jaar
Afgelopen week ging het Europees Parlement akkoord met het voorstel van de Europese Commissie, maar het wil wel een paar dingen veranderd zien. Allereerst de naam: het ‘digitale groene certificaat’ uit de commissiekoker moet ‘EU-Covid-19-certificaat’ worden, om een duidelijke link te leggen met de huidige pandemie. Critici vrezen dat het systeem een blijvertje wordt. Het parlement wil echter een maximale duur van een jaar.
Ook pleiten de parlementariërs voor gratis testen in de hele EU, zoals ook de vaccinaties gratis zijn. Nu zijn er binnen de EU grote prijsverschillen tussen de (commerciële) testen. Verder vindt het parlement dat certificaathouders in geen enkel land onderworpen mogen worden aan aanvullende reisbeperkingen, zoals zelfisolatie of quarantaine.
Dat de EU-landen deze belofte niet zullen doen, zal maandag al blijken. Dan beginnen de onderhandelingen tussen parlement en EU-raad, waarin de 27 lidstaten vertegenwoordigd zijn, over de definitieve invoering van het systeem. Het ligt in de lijn der verwachting dat de landen zoveel mogelijk zeggenschap bij zichzelf willen houden.
Een zelden vertoond staaltje snelle Europese besluitvorming
De komende weken begint een groep van zestien EU-landen, waaronder Nederland, het systeem al te testen, samen met de Europese Commissie. Als de invoering inderdaad eind juni een feit is, zou dat een zelden vertoond staaltje snelle Europese besluitvorming zijn, hoe beperkt de EU-breedheid van de certificaat-rechten ook moge zijn.