Ik had gedacht dat er veel minder mensen zouden zijn, zegt directeur Pier Eringa van de stichting achter Testen voor Toegang. Hij vindt de PC wel verantwoord, want er is een streng toegangsbeleid. Bezoekers moeten met een QR-code laten zien dat ze gevaccineerd zijn of corona hebben gehad. “Ik heb ook wel wedstrijden van het Nederlands Elftal meegemaakt met minder supporters”, zegt Eringa. “Toen was de sfeer er niet echt. Hier is een heel goede sfeer.”
Eringa denkt wel dat de PC verantwoord is. “Je mag er niet zomaar in. Het is een buitenevenement. Het risico is dus lager. Maar je moet het wel goed in de gaten houden en kijken of dit nu meer besmettingen oplevert. Daar moet je dan van leren voor de volgende keer.”
Het gaat om de goede balans tussen dingen wel en niet doen, vindt Eringa. “Niet te bang, niet onverantwoorde dingen doen, maar ook niet de hele maatschappij stilleggen en alles plat leggen. Ik denk dat veel Friezen dit niet graag zouden missen. Ik kom hier zelf altijd graag voor terug vanuit Apeldoorn.” Eringa heeft nooit de PC gehaald als deelnemer. Hij heeft wel tweemaal meegedaan aan de belangrijkste kaatswedstrijd voor jongens, de Freule in Wommels. “Ik was net niet goed genoeg voor de PC. Tot mijn zeventiende ging het best goed, daarna werden anderen beter.”
Het is voor de voormalig directeur van ProRail en nu van de stichting achter Testen voor Toegang zijn tiende tot vijftiende PC. Hij is opgegroeid in Kûbaard. Daar waren ze meer gericht op Wommels en de Freule. Eringa: “Een deel van mijn familie deed allebei: de Freule en de PC.”
Eringa heeft oud-hockeyer Paul Litjens en KNSB-directeur Herman de Haan bij zich op het Sjûkelân. Hij probeert hen het kaatsen bij te brengen.